We moeten ons voorbereiden op een nieuwe coronagolf. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) afgelopen maandag in het nieuwe rapport ‘Coronascenario’s doordacht’. Het wordt niet beter!? Of toch wel? Wat betekent dit?
De scholen zijn weer begonnen. En wellicht zal worden ervaren: we zitten er weer middenin. Waarin? In alles wat dagelijks de aandacht vraagt, in zorg en onzekerheid, in crises. We weten, als het goed is zeker wij, dat we allerhande tegenspoed en kruis om der zonde wil onderworpen zijn.
Met het voortdurend beseffen van deze realiteit, ligt hier tenminste een tweevoudige opdracht. Hoofdopdracht voor ons en onze kinderen: lees Jeremia 45. Afzien van alles, opzien tot Hem, uitzien naar Zijn gift. Tegelijk hieraan verbonden is het de plicht de kinderen voor te bereiden, toe te rusten en te vormen in Bijbels burgerschap.
De Bijbel leert ons voorbereid te zijn, niet alleen op het coronavirus. Vooral voorbereid op weg naar de eeuwigheid. We kunnen God alleen ontmoeten op grond van Christus’ werk. En dat missen we van nature. We zijn onvoorbereid en wat ons ook overvalt, waar we ook middenin zitten, we gaan als ‘paarden zonder menner’ door, totdat…
Het wonder van de wedergeboorte, zo treffend omschreven en beleden in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3/4, par. 11 – 13, is onmisbaar, willen we voorbereid zijn. Zijn we als toezichthouders, bestuurders, leidinggevenden, onderwijzers al voorbereid? Want hoe zal een blinde een blinde geleiden?
De Bijbel leert ons en rapporten bevestigen het (en dat kan ook niet anders, want Gods Woord is de Waarheid en zal vervuld worden): we moeten ons nú voorbereiden. Heden. Het wordt niet beter. Als de aarde er nog enige tijd zal zijn, zal de toekomst van onze kinderen zo anders zijn. Hoofdzaak is nogmaals wedergeboorte en verzoening, noodzaak is dat ze weten in welke tijd we leven en wat dit van hen vraagt. Hoe om te gaan met crises? Alles pragmatisch oplossen? Korte termijn en vooral onszelf beklagen dat het zo zwaar hebben?
Of, even tegenovergesteld, leren we onze kinderen de tijd te ‘verstaan’. Voeden en vormen we onze kinderen tot ‘kinderen van Issaschar, die ervaren waren in het verstand van de tijden, om te weten wat Israël doen moest’ (1 Kron. 12 : 32, zie ook kt. 37)? Leren we hen een Bijbelse levenshouding met de deugden eerbied, gehoorzaamheid, eensgezindheid, eerbaarheid, matigheid, eerlijkheid, tevredenheid? Bereiden we onszelf en onze kinderen voor op een samenleving zoals ons voorzegd in 2 Timotheüs 3? En mogen we dan beoefenen, in praktijk brengen en doorgeven en voorleven, wat Christus tot Zijn discipelen sprak in Lukas 21 : 28 – 36?
Bent u voorbereid? Verstaat u uw plicht? Neemt u uw verantwoordelijkheid? Het wordt niet beter! Of toch wel? Een hulpbehoevende vrouw werd beklaagd vanwege alles wat ze moest missen in haar toekomstige ‘kwaliteit van leven’, volgens deskundigen. Haar reactie was: Het beste komt nog!
Ter afronding twee leestips: