Kamerbrief Herijking sturing funderend onderwijs

22 april 2024
Wat, hoe en hoeveel moet de overheid sturen in het onderwijs?

Over deze vraag stuurde de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs op 5 april 2024 een Kamerbrief. Dit is een vervolg op de Kamerbrief van 18 april 2023, en beide brieven vormen een vervolg op het Rapport IBO Sturing op kwaliteit van onderwijs. In mei 2023 is deze vorige Kamerbrief (met rapport) op de VBSO-website besproken.

De nieuwe Kamerbrief bevat een uitvoerige analyse van de huidige sturingssituatie en de tekortkomingen zoals de minister deze ziet. Vervolgens worden verschillende oplossingsrichtingen besproken.

Het is bekend dat veel politieke partijen en ook de regering de laatste jaren herhaaldelijk wijzen op problemen in het onderwijs die zouden vragen om meer overheidssturing. Denk aan de resultaten op basisvaardigheden, het lerarentekort, (on)gelijke kansen voor de kinderen en de kwaliteitsverschillen tussen scholen.

Bekend is ook dat verschillende sturingsmethoden die de overheid in de laatste jaren heeft gebruikt, als nadelig zijn ervaren. Met name de specifieke doelsubsidies en de grote hoeveelheid aan beleidsmaatregelen voor het onderwijs dragen niet bij aan verbeteringen op de lange termijn. Dat concludeert het IBO-rapport en neemt de minister over.

Tegelijk blijft het volgens de minister zo dat er vanuit de overheid meer grip op het onderwijs nodig is. Daarvoor noemt zij in hoofdzaak twee argumenten. Allereerst de “politieke wens” (waarom die wens dan precies gerechtvaardigd zou zijn, wordt niet duidelijk). En ten tweede stelt de minister dat schoolleiders en leraren meer behoefte aan zeggenschap zouden hebben.

De Kamerbrief omschrijft – heel kort samengevat – drie scenario’s voor oplossingsrichtingen. Scenario A betekent dat de schoolbesturen het aanspreekpunt zijn en blijven voor de overheid, en dat de schoolbesturen de scholen aansturen. Scenario B betekent dat de schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor de “maatschappelijke opdracht”, en de scholen voor het “onderwijskundige opdracht”. Scenario C houdt in dat de scholen (schoolleiders dus) zelf rechtstreeks verantwoordelijk zijn richting de overheid en dus ook rechtstreeks bekostigd worden door de overheid.

Het lijkt erop dat de Minister pleit voor scenario B. Daarbij merkt zij op dat een grotere rol voor de scholen en schoolleiders ook moet betekenen dat er sterkere sturing vanuit de overheid plaatsvindt. Vanuit de schoolbesturen wordt dan immers minder gestuurd.

Die redenering is niet op voorhand overtuigend, temeer niet nu als belangrijkste motivatie voor méér overheidssturing herhaaldelijk wordt verwezen naar de “politieke wens”. De Kamerbrief lijkt opnieuw een uiting te zijn van de neiging tot grip op het onderwijsveld. Als VBSO en VGS bezinnen we ons op een goede reactie hierop. Daarbij zullen we aandacht vragen voor de onderwijskundige expertise én aansluiting op de specifieke schoolsituatie, die allereerst van de schoolbesturen verwacht mag worden.

In de Tweede Kamer zal het ongetwijfeld een pittig debat worden hoe de overheidssturing in het onderwijs nu verbeterd moet worden. En of het méér of minder mag worden.

Mr. drs. J. (Jaco) van den Brink
Onderwijsadvocaat
Stel een vraag
Overzicht nieuws

Gerelateerd

14 november 2024

Conceptkerndoelen burgerschap werkbaar, maar voor verbetering vatbaar

De SLO heeft begin maart 2024 de conceptkerndoelen burgerschap opgeleverd. Die zijn recent aangepast. Hoewel ze zeker voor verdere verbetering vatbaar zijn, bieden de kerndoelen scholen voldoende ruimte voor een Bijbels invulling van burgerschapsonderwijs. Zaak is dan wel om die ruimte te benutten. We vragen u ook om de SLO feedback te geven op deze conceptkerndoelen. De verdere informatie daarover vind u in de alinea feedback.

Lees verder
12 november 2024

Week tegen Kindermishandeling – Laat me niet los

Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn termen die in ons werk vaak voorkomen. Deze week besteden we extra aandacht aan huiselijk geweld en kindermishandeling, waarbij het thema ‘Laat me niet los’ centraal staat. Dit thema benadrukt dat we allemaal een rol hebben in het creëren van een veilige omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien. Hoe bewust zijn we ons van die rol? Wat durven we ervoor op te geven om kinderen en anderen betrokken bij huiselijk geweld en kindermishandeling niet los te laten?

Lees verder