Minister Wiersma wil, buiten het reguliere onderwijs om, ook toezicht op het informele onderwijs. Komt de overheid hiermee achter kerkmuren?
Op 24 mei 2023 heeft minister Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer zijn ideeën voor toezicht op informeel onderwijs bekendgemaakt. Lees hierover ook dit opinieartikel in het Reformatorisch Dagblad.
De minister wil maatregelen treffen tegen risico’s van ‘anti-integratief, antidemocratisch of antirechtstatelijk opereren’ in het ‘informeel onderwijs’. Bij informeel onderwijs gaat het om georganiseerde vormen van scholing of onderricht zoals in kerkelijke en religieuze instellingen veel gebeurt, los van het formele schoolonderwijs.
Concreet denkt de minister aan een verbod om aan kinderen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar onderwijs te geven of te doen geven dat aanzet tot haat, geweld of discriminatie. Het aanzetten tot haat of discriminatie is al strafbaar, maar dit verbod strekt zich ook uit tot niet-openbare uitingen.
Dit verbod kent een ruim toepassingsbereik: het is in principe van toepassing op al het onderwijs, buiten het leerplichtig onderwijs om. De opvoeding door ouders van hun eigen kinderen is uitgezonderd, maar verder vallen dus alle, enigszins georganiseerde en planmatige vormen van onderwijs hieronder.
Inhoudelijk blijft het toegestaan om in het informeel onderwijs te bepleiten dat de overtuiging van anderen ‘fout’ is en dat contact met de daaruit voortvloeiende levenswijze moet worden vermeden.
Enerzijds is duidelijk dat de aanleiding ligt in zorgen over enkele salafistische organisaties. Tegelijk valt op dat de minister in de brief zijn best doet om niet de indruk te wekken dat het alleen om islamitisch informeel onderwijs kan gaan, maar bijvoorbeeld ook om onderwijs dat juist minachtend doet over islamitische medeburgers.
Het toezicht moet dan signaalgestuurd zijn en worden uitgevoerd door de Onderwijsinspectie. Daarvoor komen dan de nodige toezichtsbevoegdheden, en verplichtingen tot medewerking. De minister krijgt de bevoegdheid om zo nodig aan informele onderwijsinstanties een aanwijzing te geven wanneer de Inspectie een overtreding vaststelt.
Duidelijk is dat dit voorgestelde wetsvoorstel qua reikwijdte ook onze kerkelijke catechisaties en jongerenavonden zou raken. Nu willen we binnen de VBSO-achterban geen onderwijs geven dat aanzet tot haat of discriminatie, maar tegelijk is duidelijk dat we heel andere opvattingen hebben over mens en samenleving dan bijvoorbeeld VVD of D66. De wetgever zou een belangrijke grens overgaan wanneer er overheidstoezicht kan komen achter kerkmuren.
De VBSO volgt deze ontwikkeling dan ook op de voet (samen met de VGS). Waar nodig leggen we contacten met de overheid.
Overzicht nieuws