Opinie | Scholen moeten samenwerken ten dienste van leerlingen

4 juni 2022
Openheid én helderheid over de eigen principes maken het ook voor reformatorische scholen mogelijk handen en voeten te geven aan verbinding met de maatschappelijke context, zoals het tweede principe van de Code Goed Bestuur luidt.

Dit opinieartikel van drs. P.A. Zevenbergen is gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad (6 juni 2022) en is een korte samenvatting van de lezing die hij hield tijdens de VBSO-regiobijeenkomsten in Barneveld en Bruinisse.

De auteur is gepensioneerd directeur van de Guido de Brès in Rotterdam. Verder was hij als docent werkzaam in het basisonderwijs, op de Guido de Brés en aan de Christelijke Hogeschool Driestar educatief. Hij is ouderling in de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Kinderdijk.

Sinds 2021 is de (herziene) Code Goed Bestuur voor het primair onderwijs van kracht. Het tweede principe van deze Code vraagt om verbinding met de maatschappelijke context. Dit oogt onschuldig, maar de Code stuurt niet louter op techniek. Zij sluit aan op de liberale maatschappelijke context. Dit vraagt om alertheid. Tegelijk nodigt de Code schoolbesturen uit om te reflecteren, eigen keuzes te maken en verantwoording af te leggen, met openheid en helderheid over eigen principes.

De Code Goed Bestuur PO, die in totaal vier principes hanteert, geldt voor álle schoolbesturen in het basisonderwijs. Besturen mogen wel op een eigen, passende manier invulling geven aan de uitgangspunten, maar wel binnen de gegeven kaders. Ook wordt de sector volgens de Code geacht onderwijs te geven in naam van de overheid en de samenleving. Terwijl de opdracht voor reformatorische / christelijke scholen primair ligt in Gods Woord: kinderen „opvoeden in de lering en vermaning des Heeren” (Efeze 6:4). Dat zal schuren. Daarom is het voor schoolbesturen wel wezenlijk hun eigen identiteit helder te formuleren in een strategie, missie en visie.

Elkaar nodig

De Code heeft alles te maken met de verhouding tussen de terugtredende centrale overheid en het maatschappelijke middenveld. Van besturen mag professionaliteit verwacht worden. Wie kan daarop tegen zijn? Professor Minderman (Vrije Universiteit) schetste in zijn inaugurele rede (2008) de ontwikkelingen in die genoemde verhouding. Waar het onderwijs nu mee te maken heeft, is de ”maatschappelijke verankering”. Anders geformuleerd: de overheid stelt dat bestuurlijke verantwoordelijkheid automatisch samenwerking betekent.

Het tweede principe van de Code Goed Bestuur vraagt dan ook om samenwerking: „Het bestuur werkt voortdurend in verbinding met de maatschappelijke context.” Scholen functioneren in een netwerksamenleving. Meer dan voorheen hebben scholen elkaar nodig. Samenwerking met tal van instanties die mede van belang zijn voor het welzijn van het kind. Zorg en veiligheid vragen samenwerking tussen scholen, maatschappelijke instellingen en de overheid. Ook voor het bieden van gelijke ontwikkelingskansen voor kinderen is volgens de Code samenwerking noodzakelijk. In de toelichting spreekt de Code onder meer over een open houding en aandacht voor het brede maatschappelijke belang.

Principe 2 beoogt expliciet de blik naar buiten. Te veel zijn scholen intern gericht: veel intern gedoe! Dat laatste zou zomaar te maken kunnen hebben met de niet altijd zuivere rolverdeling. Op elkaars stoel gaan zitten werkt contraproductief. Waar principe 2 onder meer de aandacht voor vraagt, is de gezamenlijke beleidsontwikkeling. Werken het schoolbestuur en de directie goed samen? Zorgen ze voor draagvlak voor het beleid bij het personeel? Betrokkenheid in de uitvoering hangt tenslotte samen met het participeren in de beleidsontwikkeling. Ouders zijn vaak verstandige raadgevers.

Overvragen?

Overvraagt de Code het onderwijs met het eisen van meer samenwerking? In zekere zin niet! Scholen werken al samen. Zij gaan uit van de kerken. Nauwe samenwerking met de kerken behoort vanzelfsprekend te zijn. Elkaar tot steun zijn in identiteitsgevoelige zaken geeft meerwaarde. Samenwerking vindt eveneens plaats op het gebied van de zorg. Een veilig schoolklimaat wordt bevorderd door goede en regelmatige contacten met de ouders.

Leerlingen een stem geven in de schoolorganisatie en in onderwijsprojecten creëert het gevoel: „Dit is onze school.” Klankbordgroepen van ouders en leerlingen betekenen winst voor het onderwijs. En de samenwerking met de peuterspeelzaal (zo die er al is) en het voortgezet onderwijs komt de schoolloopbaan van de kinderen ten goede.

Ook goede contacten met de buurt bevorderen de veiligheid van onze kinderen. Er zijn praktijkvoorbeelden genoeg: een schoonmaakactie in de buurt, buurtbewoners betrekken bij het schoolleven, verantwoorde activiteiten vanuit de buurt in de school laten plaatsvinden. De omgang met de buurt is vormend voor onze leerlingen. Kortom: er gebeurt al heel veel!

Alertheid

Het tweede principe vraagt om „verbinding met de maatschappelijke context”. Samenwerking binnen de eigen kring is dan te beperkt. De Code ademt de invloed van de seculiere maatschappij. Zo liggen de basiswaarden van de democratische rechtstaat verankerd in de Wet op het primair onderwijs (met name in art. 8 lid 3 a-c). Scholen moeten actief burgerschap en sociale cohesie bevorderen. De verbinding met en de participatie in de samenleving zijn van groot belang. Ongetwijfeld zal de overheid in een verantwoordingstraject daar ook de vinger bij leggen.

Samenwerking moet binnen de identiteit echter primair ten dienste staan van onze leerlingen. De meerwaarde bepalen besturen in overleg met het personeel op grond van een visie. Soms komt de lokale overheid met initiatieven waar wij onze vragen bij hebben. Diverse instanties kloppen op de schooldeur. In die situaties is een open attitude beter dan vluchtgedrag. Ook gesprekken met de plaatselijke scholen kunnen verrijkend zijn voor het onderwijs. En contacten met seculiere instellingen moeten niet bij voorbaat afgewezen worden. Openheid én helderheid over de eigen principes maken het mogelijk ook handen en voeten te geven aan het tweede principe van de Code Goed Bestuur.

Lees meer op onze themapagina Code Goed Bestuur.

Overzicht nieuws

Gerelateerd

14 november 2024

Conceptkerndoelen burgerschap werkbaar, maar voor verbetering vatbaar

De SLO heeft begin maart 2024 de conceptkerndoelen burgerschap opgeleverd. Die zijn recent aangepast. Hoewel ze zeker voor verdere verbetering vatbaar zijn, bieden de kerndoelen scholen voldoende ruimte voor een Bijbels invulling van burgerschapsonderwijs. Zaak is dan wel om die ruimte te benutten. We vragen u ook om de SLO feedback te geven op deze conceptkerndoelen. De verdere informatie daarover vind u in de alinea feedback.

Lees verder
12 november 2024

Week tegen Kindermishandeling – Laat me niet los

Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn termen die in ons werk vaak voorkomen. Deze week besteden we extra aandacht aan huiselijk geweld en kindermishandeling, waarbij het thema ‘Laat me niet los’ centraal staat. Dit thema benadrukt dat we allemaal een rol hebben in het creëren van een veilige omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien. Hoe bewust zijn we ons van die rol? Wat durven we ervoor op te geven om kinderen en anderen betrokken bij huiselijk geweld en kindermishandeling niet los te laten?

Lees verder