Maatschappelijke opdracht: leiden of lijden? – de schoolleider aan zet / Terugblik schoolleidersdag 2025

16 oktober 2025
Zo’n 150 schoolleiders en studenten ontmoeten elkaar op 3 oktober 2025 in het Van der Valk Hotel in Houten.

Dagvoorzitter Jan Kloosterman (bestuurder Driestar Educatief) heet alle aanwezigen van harte welkom. Hij refereert aan de uitzendingen van Nieuwsuur. Deze uitzendingen gaven geen blijk van het zoeken van verbinding. In een democratie schuurt het regelmatig. Een schoolleider moet vaak bruggen bouwen, daarvoor is spankracht nodig. We moeten ook naar buiten toe vertellen wie we zijn en waar we voor staan ook in deze samenleving.

Ds. J.M.J. Kieviet (emeritus predikant van de CGK) citeert, na de gebruikelijke opening, ds. Abma: ‘Niet het bereikte telt, maar de trouw’. Aan de hand van 2 Timotheüs. 2: 1-13 deelt hij wat gedachten over Paulus en Timotheüs. Paulus was strijdbaar en lijdzaam. ‘Ik heb de goede strijd gestreden’. Paulus heeft heel wat moeten verduren. Timotheüs is heel anders. Niet het type van een leider eerder van een lijder. Maar hij was óók geroepen om te leiden. Het strijdbaar en lijdzaam zijn gaan in dit gedeelte samen. ‘Indien wij verdragen, dan zullen we ook met Hem heersen’. Het is de plicht om zowel strijdbaar als lijdzaam te zijn. In het besef dat God alles regeert. ‘Niet het bereikte telt, maar de trouw’.

Chris Stoffer (fractievoorzitter SGP) neemt ons mee in ‘de politiek-maatschappelijke context van de school A.D. 2025’. Wat is precies de rol van de schoolleider in deze maatschappij en ten opzichte van de overheid? Moeten ze alles lijdelijk ondergaan? Of is zelfs een opstand tegen het juk van het onderwijsbeleid nodig en te rechtvaardigen? Er is al jaren sprake van een overdosis aan sturing door de overheid. Het toezicht wordt steeds intensiever. Dit is niet gewenst en daar is en wordt op verschillende manieren aandacht voor gevraagd.

Welke type schoolleider vraagt de huidige maatschappelijke context?
Hij belicht een drietal typen schoolleiders:
1. Het manusje-van-alles
2. De wachter
3. De patiënt

1. Het manusje van alles
Dat was vroeger nogal eens het bestaan van de schoolleider. In deze tijd is het niet mogelijk om een manusje van alles zijn. Het is onmogelijk om alles te weten en alles te doen. Dat is ook niet wenselijk. Een conciërge ter ondersteuning is helpend. Schoolleiders moeten zich niet alleen richten op beleidszaken, maar moeten zich ook kunnen richten op de inhoud van het onderwijs.
Er is een duidelijk profiel nodig voor schoolleiders.

2. De wachter
De figuur van de wachter roept meer positieve gevoelens op. Een wachter op de toren en op de muur. Hij staat iets hoger en kan zien wat er binnen de muren en buiten de muren gebeurt. Soms moet hij alarm slaan als er gevaar dreigt, soms kan hij een ‘bui’ gewoon over laten drijven.
Scholen hebben dringend behoefte aan goede wachters.
Een wachter heeft twee dingen te doen, die misschien tegenstrijdig lijken:
a) Blikverbreding: Wat is het doel van het onderwijs? Dat is meer dan basisvaardigheden aanleren. Het onderwijs moet werken aan de brede vorming van leerlingen.
b) Blikvernauwing: Er komt veel op het onderwijs af. Als schoolleiders moet dan keuzes leren maken. Focus aanbrengen, dat is een positiever woord voor blikvernauwing.

3. De patiënt
Naast de betekenis van iemand die aan lijden onderhevig is heeft het woord ook de betekenis van lijdzaam, geduldig. Een schoolleider heeft geduld nodig. Maakbaarheid is een veel gehoorde term, maar het onderwijs is niet zo gemakkelijk te beheersen.
Er zijn veel omstandigheden die het werk van een schoolleider niet eenvoudig maken.
Ook de Nieuwsuur-uitzendingen laten zien dat het bijzonder onderwijs onder een vergrootglas ligt. Het doet verdriet om te zien dat, met alle gebreken, de goede bedoelingen van onze scholen zo verkeerd worden geduid. Als een geduldige patiënt moeten we deze verdrukkingen verdragen. Laten we het goede blijven zoeken in de brede vorming van de leerlingen in het licht van de eeuwigheid.

Peter Kievit herkent zich ‘in de wachter, de wachter op Sions muren. Maar ook wel in de patiënt, alleen niet als zielig.
Hoort bij de wachter ook het vernauwen? ‘Jazeker; in ons koersplan brengen we graag focus aan. Waar willen we naartoe?’ Er moet wel een open blik zijn, zodat je ook op nieuwe ontwikkelingen kunt inspelen.

Na de pauze wordt er wordt kort aandacht gevraagd voor de nieuwe website ‘En dan ben je schoolleider’.

Daarna luisterden we naar de lezing van Joyce Couprie-van Hall ‘De maatschappelijke opdracht van de christelijke school’.

Mevrouw Couprie deelt een aantal inzichten die ze heeft opgedaan. Het publieke debat vraagt om diversiteit. ‘Als het regent in de samenleving dan giet het in de school.’ We zijn beland in de impulssamenleving. Onze school is een mini-samenleving. De individualisering was aanleiding voor de burgerschapsopdracht. Hoe kunnen we meer maatschappelijk betrokkenheid krijgen. Vanuit de definitieve concept kerndoelen burgerschap (en digitale geletterdheid) gaat ze in op een aantal thema’s van de maatschappelijke opdracht.

1. De school als oefenplaats
Het lijkt er soms op dat de school alle maatschappelijke problemen moet oplossen. Verantwoordelijkheid en vertrouwen komen in het onderzoek steeds terug.
In hoeverre hebben we op deze aarde wat te doen, of moeten we ons alleen richten op de eeuwige toekomst? De school is een oefenplaats om elkaar recht te doen om vrede te brengen en te genieten.

2. Democratische basiswaarden
Het gaat dan onder andere over vrijheid. Maar wat verstaan we onder vrijheid? Er zijn ook grenzen. Als christen staan we als het goed is voor naastenliefde en trouw.

3. Omgang diversiteit
Onze scholen dragen niet bij aan segregatie. Dat wordt ons veel voor de voeten geworpen, maar dat is onterecht! We moeten leerlingen leren om met anderen om te gaan. Ze citeerde Nicholas Wolterstorff, die zei: ‘Wees niet té beschermend. Leer van andere perspectieven in diverse sociale praktijken.’

4. Democratisch handelen
Welke taal geven we daaraan. Er mag een gelijke inbreng zijn (art.23). Pluriformiteit. Laat zien wat het leven als christen inhoudt. ‘Zet de lamp niet onder de tafel’.

5. Bijdragen aan de samenleving
We hebben onze maatschappelijk opdracht handen en voeten te geven. We moeten ons niet te veel terugtrekken. Als voorbeeld noemt ze de betekenis van ds. Heldring in Hoenderloo.
Met de volgende ‘praktische’ aanbeveling rond mevrouw Couprie af.
– Een pleisterplaats zijn.
– Ora et labora; het labora vertaalt ze met ‘laat zien’.
– Wees betrouwbaar.

‘Naastenliefde’ spreekt Dick Trouwborst het meest aan.
Daarbij legt hij het verband met barmhartigheid etc. vanuit vr.107 uit de Heidelberge Catechismus.
Is er nog ruimte voor onze eigen invulling aan de burgerschapsopdracht. Welke beelden leven er? We moeten ons ‘verhaal’ ook durven vertellen. Lijden en genieten; in het gespecialiseerd onderwijs zijn er kinderen die lijden. De personeelsleden lijden mee. Daarnaast genieten we ook elke dag van het onderwijs. We hebben vanuit Gods Woord zo’n rijke traditie. We hebben daarmee een voorsprong op veel anderen in de samenleving. We moeten niet onze schulp kruipen.

Marco van der Zwaard belicht in een interactieve lezing in samenwerking met Jan Kuijers het thema: ‘Hoe werk je als schoolleider samen aan de aanpak van maatschappelijke opgaven?’

Er worden eerst een aantal vragen gesteld waar digitaal op gereageerd kan worden.
De schoolleider moet zich bewust zijn van de maatschappelijke waarde van de eigen school als basis voor de samenwerking aan maatschappelijk opgaven. Verbinding is belangrijk.

Jan Kuijers vertelt iets uit de praktijk van samenwerking in Staphorst. Door samenwerking tussen schoolleiders en de burgerlijke gemeente hebben ze in de oudjaarsnachten geprobeerd de verbinding te herstellen en dat heeft positief gewerkt.
Is de maatschappelijk waarde van uw school ook verwoord in de missie? Dat zou wel te verwachten zijn.
Jan Kuijers: Begin bij je eigen opdracht, maar soms is het nodig een stap naar voren te doen. Je hebt ook een bredere verantwoordelijkheid. Er zijn wel grenzen aan de samenwerking en de maatschappelijke opdracht. De grens kan de identiteit zijn, maar ook tijd.
Steek je energie in de gemeenschap, dan doe je dat ook voor je eigen school.

De schoolleider als spil bij de maatschappelijke opdracht.

Samenwerken is een opgave op zich; relationeel, organisatorisch, inhoudelijk en financieel. Je kunt op verschillende manier samenwerken. Dat kan alliantie-achtig of netwerkachtig. Bij een alliantie is duidelijker en meer doelgericht. Netwerkachtige samen is meer open en zoekend. De alliantie-achtige samenwerking is meer programmagericht. De netwerk-achtige samenwerking is meer opgavegericht, samen zoeken naar richting.
Hoe werk je als schoolleider samen aan de aanpak van maatschappelijke opgaven?
– Wees je bewust van de waarde die je zelf inbrengt voor de aanpak van de opgave.
– Drie sleutels: relatie, positie en informatie
– Start met een ‘coalition of the able and the willing’
– Werk schaalbaar en stimuleer betrokkenheid en groei met verhalen (good practices).

Als afsluiting van de dag vertolkt Geerten Liefting op de piano een aantal onderdelen van wat de sprekers deze dag over het thema hebben verteld. Ook laat hij enkele muziekstukken horen en vertelt hij iets van het verhaal erachter. In de muziek wordt een ‘verhaal’ ten gehore gebracht.

Na afsluiting van de dag blijft de schoolleider aan zet met de maatschappelijke opdracht: leiden en lijden.

Overzicht nieuws

Gerelateerd

16 oktober 2025

Terugblik op regioavonden | Het ambacht van de schoolbestuurder

Wat is nu goed bestuur? Tijdens de regioavonden in september heeft Dick den Bakker met ons nagedacht over het ambacht van de schoolbestuurder. Voordat we naar zijn verhaal gaan luisteren gaat Gods Woord open.

Lees verder
10 oktober 2025

Opvoedpuzzelavond in Barneveld – 45 jaar KOC

Afgelopen dinsdag mochten we in Barneveld ruim 70 ouders verwelkomen op een bijzondere opvoedpuzzelavond, georganiseerd ter gelegenheid van het 45-jarig jubileum van KOC.

Lees verder