Reactie van VBSO en VGS op de Staat van het Onderwijs 2024.
De vandaag door de onderwijsinspectie gepresenteerde Staat van het Onderwijs 2024 laat een weinig rooskleurig beeld zien. Bij de steekproefsgewijze onderzoeken kreeg twintig procent van de onderzochte scholen een onvoldoende voor de kwaliteit van het onderwijs. Ook de basisvaardigheden op lezen, rekenen en burgerschap gaan achteruit. Dit baart zorgen. Is er perspectief?
De laatste jaren daalt de kwaliteit van het onderwijs en het niveau van de basisvaardigheden. Het lerarentekort speelt op een aantal scholen een forse rol, met ‘(zeer) ernstige gevolgen’ aldus de Staat. Het doordenken van een schooleigen visie op goed onderwijs, de vertaling hiervan naar de onderwijspraktijk én de voortdurende dialoog over de resultaten van het onderwijs blijven noodzakelijk.
Het is goed om jaarlijks de trends en ontwikkelingen in kaart te brengen. Het zet aan tot analyse, reflectie en gesprek hoe het met de basisvaardigheden en kwaliteit in het christelijk-reformatorisch onderwijs staat. Pieter Moens (bestuurder VGS): “Tegelijkertijd weten we dat de sector in een moeilijke situatie verkeerd door personeelstekorten, onvoldoende consistentie in bekostiging en een grote maatschappelijke opdracht. Er is overladenheid in het onderwijs, reduceren is noodzakelijk.” De aanbevelingen van de inspectie om het tij te keren, vragen om ruimte en vertrouwen dat scholen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. We roepen de minister op om niet met nog meer sturing en eisen te komen. Arno Bronkhorst (bestuurder VBSO): “Laten we niet uit het oog verliezen dat er op de scholen ook veel goed gaat. Iedereen die bij het onderwijs betrokken is verdient onze waardering. Bovendien zit de waarde van ons onderwijs niet alleen in meetbare resultaten, maar evengoed in de vormende functie van het onderwijs op grond van Gods Woord en de belijdenisgeschriften. Dit neemt niet weg dat identiteit hand in hand moet gaan met kwaliteit.”
De Staat van het Onderwijs 2024 legt ook de vinger bij de kwaliteit van de extra ondersteuning in de school. Het ontbreken van scherp geformuleerde doelen in handelingsplannen voor leerlingen zorgt ervoor dat het resultaat van de extra ondersteuning moeilijk meetbaar is. Het planmatig handelen behoeft dan ook verbetering.
Tegelijkertijd blijkt dat scholen veel tijd besteden aan professionalisering van teamleden. Dit is volgens VGS/VBSO een voortdurende verantwoordelijkheid voor alle lagen van de schoolorganisatie. Van toezichthouders/bestuurders tot directie en onderwijzers.
De Staat van het Onderwijs laat zien dat leidinggeven aan en werken in het onderwijs een zaak van groot belang is. “Het is een grote verantwoordelijkheid, maar ook een prachtige taak om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Onderwijzen met hart voor het kind geeft voldoening”, aldus Arno Bronkhorst.