Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst is een werkgever verplicht om de werknemer tijdig te laten weten of de arbeidsovereenkomst wordt verlengd of niet. Dat is de aanzegplicht. Wat als een werkgever in het onderwijs zich daar niet aan gehouden heeft?
Op 29 november 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam een arrest (ECLI:NL:GHAMS:2022:3327) afgerond waarin de aanzegplicht een belangrijke rol speelt.
In artikel 3.3 CAO PO is bepaald dat uiterlijk twee maanden voor het einde van de arbeidsovereenkomst aan de aanzegverplichting moet worden voldaan. Doet een werkgever dat niet, dan wordt de werknemer met ingang van de einddatum geacht werkzaam te zijn in een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd onder dezelfde voorwaarden als het voorgaande dienstverband. In het Beleidskader VBSO is dezelfde invulling van de aanzegplicht gegeven als in de CAO PO.
Waar buiten het primair onderwijs de sanctie op te laat aanzeggen het betalen van een maandloon is, is de sanctie binnen het primair onderwijs dus flink zwaarder: verlenging dienstverband. Daarnaast is van belang dat de aanzegtermijn langer is: twee maanden in plaats van een maand.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat de verlengde arbeidsovereenkomst inderdaad de toe te passen sanctie is bij schending van de aanzegplicht binnen het primair onderwijs. Deze sanctie komt in de plaats van het betalen van een maandloon.
Het is temeer van belang dit in de gaten te houden nu hierdoor ook onbedoeld een vaste aanstelling kan ontstaan, als het tijdelijke contract het laatst mogelijke tijdelijke contract was.
Kortom: de aanzegplicht is van belang voor duidelijkheid voor werkgever en personeel. Ook gelet op de consequenties is van belang hier secuur in te zijn.
Overzicht nieuws