Expertmeeting | Handhaving burgerschap door Onderwijsinspectie

16 januari 2023
Op 12 januari 2023 vond een boeiende bijeenkomst plaats aan de Vrije Universiteit, over de burgerschapsopdracht en handhaving door de Onderwijsinspectie. Verschillende deskundige sprekers gaven daarop hun visie. De moeite waard om er enkele hoofdpunten uit mee te nemen.

Regeer als overheid niet teveel over burgerschapsopvattingen

Rode draad in de bijdragen was: laten de minister en de Onderwijsinspectie er vooral voor uitkijken om strakke regels te handhaven over de opvattingen die je als burger moet hebben. Over wat die basiswaarden betekenen. In onze tijd mag de regering niet vergeten dat onze democratie bestaat uit een voortdurende discussie tussen iedereen over onze waarden en normen. Je kunt dan niet nauwkeurig vastleggen welke waarden alle kinderen op school wettelijk moeten weten, op straffe van uitsluiting uit de democratische onderwijsvrijheid.

Marlies Honingh (bestuurskunde, Radboud Universiteit): we moeten burgers juist leren om alert te zijn op de “stille ideologie”, op “schijnneutraliteit”. Het morele debat moet gevoerd kunnen worden. De politiek wil alles technocratisch regelen, met professionals. Maar de inhoud van burgerschapsonderwijs is heel pedagogisch, dat laat zich niet technisch sturen met regels. Belangrijke pedagogische vraag die open moet blijven: moeten de kinderen een religieus keuzemenu krijgen? Of is het goed voor hen om (eerst) éénduidig gevormd te worden in de overtuigingen van ouders/school?

Wouter Pors, advocaat: “Ons onderwijsstelsel is gebaseerd op het ontbreken van maatschappelijke consensus over basiswaarden”. Een voorbeeld dat hij gebruikte: sommige Nederlanders baseren de democratie op het sociaal contract (Locke/Rousseau), anderen op het ‘goddelijk recht’ (zoals de SGP). Dat zijn wezenlijke verschillen die toch naast elkaar blijven staan in onze samenleving. Verder liet mr. Pors duidelijk zien dat het harde optreden van OCW en de Inspectie jegens het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam achteraf op alle punten ongegrond is gebleken. De overheid kan dus fouten maken, en ook daarom is het zo onverstandig om de minister toch verdergaande bevoegdheden te geven om sneller en vaker in te grijpen op scholen.

Burgerschapsopdracht te vaag in de wet

Tweede kritiekpunt op de wetgeving was: de wettelijke burgerschapsopdracht (“basiswaarden van de democratische rechtsstaat”) is veel te vaag. Scholen weten nu niet wat ze moeten doen om sancties te ontlopen.

Het merkwaardige is wel dat deze twee kritiekpunten elkaar een beetje lijken te bijten. De wettekst is onder minister Slob immers bewust vaag gehouden om aan te geven: er zit alle ruimte om bij die waarden als school een heel eigen inhoudelijke koers te varen. Evenwel is heel begrijpelijk dat de onderwijswereld met dit laatste niet gerustgesteld is – gegeven de strijdbare retoriek van het huidig kabinet om antirechtsstatelijke invloeden hard aan te pakken, en om stevig op te treden tegen scholen die van de basisvaardigheid burgerschap te weinig terechtbrengen. De ene kamerbrief na de andere van minister Wiersma vormt een onverholen waarschuwing tegen alle scholen die er de kantjes vanaf zouden willen lopen. En daarbij komt dan het wetsvoorstel voor extra handhavingsinstrumenten, kortweg: meer mogelijkheden voor de minister om een schoolbestuur opdrachten te geven of zelfs indirect weg te sturen. Vanwege de vrees dat schoolbesturen hun interne controle niet altijd op orde hebben.

Hoe moet het dan wel met burgerschapsonderwijs? Prof. mr. Frank van Ommeren (VU) kwam met het sleutelwoord: empathie. Meelevende nieuwsgierigheid. Jezelf verplaatsen in de ander. Als middel tegen polarisatie. Maar ook als cement in de rechtsstaat, en voor vertrouwen in de overheid. Honingh vulde daarop aan dat leesonderwijs/literatuur/verhalen hierbij heel belangrijk zijn. En dat dit pedagogische doelen zijn waar een juridisch overheidsmanagement per definitie slecht op aansluit.

Het pedagogisch perspectief verdient dan ook alle herwaardering! Voor ons ook een aansporing om onverminderd de Bijbelse waarden en normen, en de heilsgeschiedenis, voorop te stellen in ons onderwijs. Laten de kinderen allereerst daarvan leren om het goede te zoeken voor de mensen om ons heen.

Mr. drs. J. (Jaco) van den Brink
Onderwijsadvocaat
Stel een vraag
Overzicht nieuws

Gerelateerd

18 juli 2024

Profielorganisaties feliciteren beëdigde bewindslieden

Lees verder
18 juli 2024

Inspectie: wijzigingen onderzoekskaders en versterking stimulerend toezicht

Per 1 augustus 2024 worden de Onderzoekskaders van de onderwijsinspectie weer geactualiseerd. De belangrijkste inhoudelijke aanpassingen worden in dit nieuwsbericht benoemd. Daarnaast wil de minister en de inspectie meer aandacht geven aan het stimulerend toezicht op de onderwijskwaliteit. Dat leidt tot aanpassingen aan de werkwijze van de inspectie.

Lees verder