Wetsvoorstel planmatige aanpak onderwijshuisvesting bijna naar de Kamer

9 januari 2025
In november 2024 kwam de periodieke Kamerbrief Onderwijshuisvesting weer naar buiten. Eén van de belangrijkste mededelingen betrof het Wetsvoorstel planmatige aanpak onderwijshuisvesting. Bedoeling is om het voorstel nog vóór het Kerstreces aan te bieden aan de Tweede Kamer, en het per 1 augustus 2025 in werking te laten treden.

Het voorstel beoogt:

  • Een wettelijke regeling voor een verplicht meerjarenonderhoudsplan (MJOP) voor schoolbesturen, en een verplicht integraal huisvestingsplan (IHP) voor gemeenten. Deze regelingen sluiten redelijk aan bij de nu al bijna overal gangbare praktijk.
  • Wettelijke regeling van het begrip renovatie, de variant tussen ‘nieuwbouw’ en ‘groot onderhoud’, waarbij de gemeente een renovatie moet bekostigen wanneer het aan de wettelijke vereisten van een renovatie voldoet (o.a. levensduurverlenging met 25 jaar).
  • Opheffen van het investeringsverbod, waardoor het voor besturen van PO- en WEC-scholen ook mogelijk wordt om rijksbekostiging te besteden aan vastgoedinvesteringen.

In de consultatieversie was eveneens een ‘zorgplicht voor het binnenklimaat’ opgenomen, voor het schoolbestuur. Die is er echter weer uit gehaald omdat de financiële consequenties hiervan niet goed overzienbaar waren.

Het is dus een belangrijk wetsvoorstel dat verschillende knelpunten beoogt op te lossen. De wettelijke regeling van het MJOP en IHP zal naar verwachting een vooruitgang zijn omdat de verhouding tussen deze beleidsstukken en de gemeentelijke Verordeningen soms diffuus is. De wettelijke regeling van het renovatiebegrip is ook een vooruitgang, om in dit grote grijze gebied meer richting te geven aan de vraag of dit door het schoolbestuur of de gemeente moet worden bekostigd.

De opheffing van het investeringsverbod heeft het grote voordeel van toegenomen flexibiliteit voor schoolbesturen. Belangrijk risico echter is de vraag hoe gemeenten hierop gaan reageren. In de praktijk zorgen de eindige budgetten bij gemeenten nu al regelmatig voor discussies over de omvang van de gemeentelijke voorziening. Die discussies kunnen voor de PO- en WEC-scholen (zoals nu al gebeurt bij VO-scholen) verder vertroebeld raken als de gemeente meer morele druk kan uitoefenen op een schoolbestuur om financieel bij te dragen aan nieuwbouw- of uitbreidingsprojecten.

Zoals de Raad van State ook opmerkt is van groot belang dat het wetsvoorstel op dit risico anticipeert.

 

Overige wijzigingen in regelgeving

Een ander aandachtspunt uit de genoemde Kamerbrief is de verplichtstelling van CO2-meters in elk klaslokaal. Dit wordt naar verwachting per 1 juli 2025 (via het Besluit bouwwerken leefomgeving) geïntroduceerd.

Voor schoolbesturen die nadenken over mogelijke renovatie van hun schoolgebouw, is de nieuwe Subsidieregeling Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting mogelijk relevant: een extra rijkssubsidie voor innovaties om schoolgebouwen duurzamer en/of inclusiever te maken.

Mr. drs. J. (Jaco) van den Brink
Onderwijsadvocaat
Stel een vraag
Overzicht nieuws

Gerelateerd

30 januari 2025

Binnenkort Kamerdebat over sturing in het onderwijs

Hebben de schoolbesturen niet veel te veel macht? Moet er niet meer zeggenschap naar de schoolleiders en leraren, of juist naar de overheid, of allebei? Of moeten er meer verplichte samenwerkingsregio’s komen? In januari 2025 vond hierover een rondetafelgesprek voor de Tweede Kamercommissie OCW plaats, en op 12 februari staat het debat in deze commissie gepland over dit onderwerp.

Lees verder
28 januari 2025

Hoogleraren over toezicht op informeel onderwijs: onjuist en schadelijk middel

De overheid moet geen toezicht gaan houden op het informeel onderwijs. Dat deel van de samenleving moet zich in alle vrijheid en diversiteit kunnen blijven ontwikkelen. Dit was de gezamenlijke conclusie van vier hoogleraren tijdens het Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op 27 januari. De rode draad in hun bijdragen: radicalisering onder jongeren is een probleem dat benoemd moet worden. Maar een aanpak om dat te bestrijden moet gericht en gefocust zijn. Het wetsvoorstel om toezicht te introduceren op het informeel onderwijs is daarom geen goed middel. In plaats daarvan kan binnen het bestaande stelsel (van jeugdbescherming bijvoorbeeld) worden bezien hoe radicalisering bij jongeren kan worden bestreden.

Lees verder