Staat van het Onderwijs 2022: Herstel zichtbaar, meer inzet op professionalisering

13 april 2022
Uit de Staat van het Onderwijs 2022 blijkt dat scholen ondanks de moeilijke omstandigheden veel hebben gedaan en bereikt met het onderwijs op afstand. De VBSO en VGS zien enkele constateringen die de aandacht vragen van onze scholen. Allereerst is goed en professioneel bestuur en (intern) toezicht belangrijk. Daarnaast burgerschap, gedefinieerd als basisvak. Als derde blijvende professionalisering van leraren als randvoorwaarde om de basis op orde te hebben en te houden en om passend onderwijs beter vorm te geven.

Op 13 april 2022 heeft de Onderwijsinspectie het rapport De Staat van het Onderwijs 2022 gepresenteerd. Dit is een jaarlijks onderzoek waarmee in kaart wordt gebracht hoe het onderwijs in Nederland ervoor staat.

Hieronder geeft de VBSO de hoofdlijnen uit het rapport en onze duiding ervan. Lees ook aandachtspunten die hieruit volgen, de berichten van KOC Diensten over wat de Staat van het Onderwijs van scholen vraagt en aanbevelingen voor voldoende en bekwaam schoolpersoneel en onze reactie in het Reformatorisch Dagblad.

Afstandsonderwijs verbeterd

In de loop van de coronapandemie is het afstandsonderwijs sterk verbeterd en is er veel aandacht geweest voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. De individuele (thuis)situatie van de leerling heeft invloed op de leerprestaties van de leerling. Tijdens de lockdowns is die invloed van de thuissituatie alleen nog maar groter geworden.

Leervertragingen hersteld

De dip in de leervertragingen lijkt landelijk voorbij te zijn. Ook de opgelopen vertragingen vanuit de eerste schoolsluitingen lijken grotendeels hersteld te zijn. Dit is mede dankzij de inzet van de financiële middelen die in 2021 beschikbaar zijn gesteld als onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).

Renoveren: van crisis naar kans

Evenals in 2021 is gekozen voor de strategie om niet zozeer in te zetten op ‘repareren’, maar vooral op het ‘renoveren’ van het onderwijs. Met andere woorden: probeer als stelsel de crisis te benutten om er sterker uit te komen en kies voor interventies die duurzame veranderingen realiseren.

Tegen deze achtergrond zijn de volgende zaken op te merken ten aanzien van de basisvaardigheden, kansengelijkheid, randvoorwaarden voor renovatie en de plaats en functie van het bestuur.

  • Basisvaardigheden: beperkt zicht op resultaten

Onder basisvaardigheden verstaat de Onderwijsinspectie niet alleen rekenen, taal en lezen, maar ook burgerschapsvorming. Dit laatste is relatief nieuw en vraagt blijvende focus van scholen.

Een belangrijke constatering is dat er over het algemeen in het basisonderwijs beperkt zicht is op de ontwikkeling van de resultaten bij de basisvakken en dat dit beperkte mogelijkheden biedt om hier goed op te sturen.

  • Kansengelijkheid: drempels voor sommige leerlingen

De schoolloopbanen van de leerlingen verlopen over het algemeen goed. Op de momenten dat er drempels zijn, denk aan de overstap naar het vervolgonderwijs, blijkt het effect minder gunstig voor leerlingen met lager opgeleide ouders, een migratieachtergrond, extra ondersteuningsbehoeften en nieuwkomers.

  • Zonder voldoende en bekwaam personeel geen ‘renovatie’ mogelijk

Onder andere schrijnde personeelstekorten en de coronapandemie zorgden ervoor dat scholen niet altijd toekwamen aan het ‘renoveren’ van het onderwijs.

De belangrijkste boodschap op dit gebied is dat het van het grootste belang is om te voorzien in voldoende, maar vooral ook bekwaam personeel. Daarbij is het opvallend dat vooral ingezoomd wordt op de bestuurder of het (dagelijks) bestuur van de school als orgaan met veel impact. Dit is mede ingegeven door de sinds 2017 opgedane ervaring met bestuursgericht toezicht.

  • Goed bestuur en behoud van personeel

Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de kwaliteit in het onderwijs. De Onderwijsinspectie ziet het aantal scholen dalen dat ondermaats presteert dalen, maar het zijn er nog te veel. Goed bestuur, naleving van sectorcodes en facilitering van professionalisering zorgen voor betere prestaties, lager ziekteverzuim en een gezondere werkdruk(beleving).

Daarnaast is het behouden van leraren een belangrijk aandachtspunt. Leraren hebben bijvoorbeeld eerder de neiging om te vertrekken als ze een tijdelijk contract hebben, vooraf andere verwachtingen hadden van hun inzet, als hun contracten door personeelskrapte (onder druk) opgerekt zijn en als er te weinig specifieke opleidingsmogelijkheden zijn.

Daarentegen bieden onder andere rechtszekerheid, goed beleid ten aanzien van de inzet van wetenschappelijk opgeleide leraren, een sterk onderwijsteam en goede professionaliseringsvoorwaarden perspectief voor de toekomst.

Lees ook:

A.R. (Arno) Bronkhorst MME
Bestuurder
Stel een vraag
Overzicht nieuws

Gerelateerd

28 maart 2024

Wet Tijdelijke Nieuwkomersvoorzieningen

Het Nederlandse onderwijsbestel staat onder druk, doordat er onvoldoende onderwijsplekken zijn voor leerplichtige nieuwkomers.

Lees verder
28 maart 2024

Even voorstellen – Henk-Jan Dekker

Sinds 1 maart 2024 heeft dhr. H.J. (Henk-Jan) Dekker zijn werkzaamheden voor KOC en VBSO uitgebreid. Hij stelt zichzelf kort voor.

Lees verder